Voor het eerst werd Kasteel Stapelen genoemd rond 1300. De naam komt waarschijnlijk van het woord ‘Stapel’ dat betekende ‘hooggelegen plaats’. Willem van Boxtel kreeg het als beloning voor zijn dappere optreden in de slag bij Woeringen.
Bijzonder is dat Willem van Oranje en Lodewijk XIV (de Zonnekoning) hier op hun doorreis hebben geslapen. Het is in de loop der eeuwen overgegaan van vader op zoon en in handen geweest van de adellijke families van Boxtel, van Ranst en van Horne.
In 1819 kwam het kasteel in particuliere handen. De familie Mahie heeft rond 1850 het inmiddels vervallen kasteel grondig gerestaureerd en onder andere de kantelen op het kasteel laten plaatsen.
In 1915 werd het kasteel door Mevrouw Mahie verkocht aan de Paters Assumptionisten. Geloof, gerechtigheid en gemeenschap zijn de drie voornaamste aspecten van deze spiritualiteit. De Nederlandse Assumptionisten zijn werkzaam geweest in het onderwijs, de zorg- en hulpverlening en in de missie in Congo, Madagaskar, Brazilië, Nieuw Zeeland en Duitsland.
De zuidkant, links van het poortgebouw, heette het ‘Princekwartier’ en beschikte over een ‘leenzaal’ en een kapel. De noordkant was in gebruik door de rentmeester en het oude koetshuis was waarschijnlijk in gebruik als ‘gevangenhuys’. De houten ophaalbrug is pas in 1965 vervangen door een vaste brug. De kapel wordt in de volksmond ook nog wel de Heilig Bloed kapel genoemd vanwege het bloedwonder dat zich hier in 1380 zou hebben voltrokken.
Met name het zuidelijke gedeelte van het kasteel bevat veel oude elementen. Zo heeft de ridderzaal nog de oorspronkelijke veertiende-eeuwse kap en een tongewelf. De achtkante toren aan de oostzijde is gebouwd in de middeleeuwen. In de kapel is nog een altaarstuk uit 1600 met wapens van de familie van Horne, lang geleden eigenaar van het kasteel. De noordzijde is in de negentiende eeuw vrijwel geheel gerestaureerd. Bij de opgravingen zijn destijds fundamenten van oude stallen gevonden.
In 2012 is het labyrint, dat zich bevindt op de binnenplaats van Kasteel Stapelen, officieel geopend. Het ontwerp, met het vloerlabyrint in de Kathedraal van Chartres als basis, is van landschapsarchitecte Edith Kolkman uit Boxtel. Een labyrint staat symbool voor het pad van bezinning. Het heeft een enkel pad dat de loper van buiten naar het centrum (de ziel) leidt en weer terug naar buiten. “Verlies je in een doolhof makkelijk de weg, in een labyrint vind je je weg. Het dient als pad voor gebed en meditatie of berouw, en is een plek voor vrede en rust.”
In het centrum van het labyrint ligt een gedenksteen, onderdeel van een reeks gedenkstenen op de historische as in Boxtel (van kerk naar kasteel). Op de gedenksteen is het Kruis van Saint Maur afgebeeld met de tekst: “wie Mij volgt dwaalt niet in duisternis”.
Het omringende stadslandgoed bevindt zich op de plek waar de Dommel het centrum van Boxtel binnenstroomt. Je kunt er heerlijk wandelen en genieten van al het moois dat de natuur en architectuur te bieden heeft . Je kunt er zelfs trouwen! De ridderzaal is aangemerkt als een officiële trouwlocatie van de Gemeente Boxtel.